Aukje van Gelder – Dijkstra, quilten
Leden van de Protestantse gemeente Den Helder en hun hobby
Dit keer de hobby van…… Aukje van Gelder – Dijkstra
Een mooie variant voor een deurmat waar “welkom” op staat, dat is de mat die bij Aukje voor de deur ligt. Die is versierd met een aantal toepasselijke hartjes. De begroeting die mij ten deel viel toen ik bij Aukje binnenstapte was ook bijzonder hartelijk. De koffie was net gezet en dat vind ik altijd, hoewel niet onontbeerlijk, toch wel een waardevol begin van een interview. Maar het kost mij wel de nodige moeite om zonder morsen de geurige koffie op te drinken en dat kwam door Babette, de door Aukje geadopteerde, weliswaar dove, maar slimme poes. Binnen de kortste keren eiste de charmante dame een plek op bij mij op schoot. Maar Aukje de bazin van Babette grijpt in.
De moeder van Aukje heeft tot op hoge leeftijd, zij werd 100 jaar, veel geborduurd en gehaakt. Daarom gaan bekende gezegdes als ’de appel en de boom’ of het gezegde ‘zo moeder, zo dochter’ in het geval voor Aukje voor 100% op. De eigenschap, het maken van ragfijn handwerk, heeft Aukje overduidelijk geërfd van moeder Rompkje Dijkstra.
In één van haar prachtige werkstukken heeft Aukje liefdevol een aantal van de door moeder Dijkstra geborduurde lapjes heel subtiel verwerkt. Het is mede daardoor niet alleen een prachtig en verfijnd geheel geworden maar heeft ook een liefdevolle meerwaarde gekregen. Een echt ‘zo moeder zo dochter ‘wandkleed!
Aukje is wat je noemt een ‘mensenmens’. Verzorgen zit bij haar in het bloed. Verpleegster worden, dat was wat zij wilde en anders niks. Ja het verplegen had haar hart en dat kon zij naar hartenlust ophalen in haar 30-jarige loopbaan als zuster. Eerst in het toenmalige Parkzicht-ziekenhuis en daarna in het Gemini. Op zestigjarige leeftijd zwaaide zij als verpleegkundige cum laude af en ging zij al snel op zoek naar zinvolle invullingen na haar welverdiende pensionering. En die vond zij onder andere in het volgen van een cursus quilten bij de Helderse Jannie Koeten.
Quilten is niet zomaar een paar jaren geleden uit de lucht komen vallen. Nee het heeft een eeuwenoude traditie. De Romeinen maakten al ‘gequilte’ kussens. De kruisvaarders, en dan hebben we het over de 11e eeuw, namen ook de kennis en voorbeelden van quiltwerk mee naar Europa. Ja het quilten heeft stokoude papieren.
Heel kort door de bocht gezegd bestaat quiltwerk altijd uit drie lagen stof die door en door gestikt worden. Daarmee wordt o.a. bereikt dat er zeg maar diepte in het werkstuk ontstaat. Nee het is niet zoals vaak gedacht wordt een soort van borduurwerk!
Quilten doe je dan ook uitsluitend met echte quiltstof en quiltgaren, niet goedkoop maar wel beregoed. In Den Helder vind je jammer genoeg geen winkel meer die het verkoopt. In Middenmeer kun je als quiltenaar prima terecht. Nee het is niet goedkoop, maar wel een goeie koop. Maak je iets als een dekenformaat dan slaap je al gauw onder zo’n 300,00 euro.
Aukje werkt alleen in opdracht van zichzelf, dus niet van anderen. Zo maakte zij samen met Jansje Akkerman voor het Hospice twee werkelijk prachtige kleden. Het formaat van 2.50 m. lang bij 1.50 m.breed spreekt niet alleen al tot de verbeelding, de afbeeldingen op beide dekens maken het tot absolute toppers. Aukje heeft vanaf de opening in het Hospice haar steentje bijgedragen. Voor de opening van het Hospice,14 jaar geleden, wilden Jansje en Aukje het Hospice verrassen met een zinvol cadeau. Nou, dat is voor meer dan 100% gelukt. Op één van de twee kleden zijn, naar ontwerp van Aukje,uit kleurrijke lapjes stof met symboliek zo’n 80 vlinders verwerkt. Honderden uren is er aan het kleed gewerkt. Drie rolletjes speciaal quiltgaren van elk 500 meter waren er bij nodig. Maar de bakken vol dankbaarheid van de medewerkers van het Hospice waren er voor Jansje en Aukje in alle toonaarden. De aaaaah’s en ooooo’h’s waren tot ver in Nieuw Den Helder te horen. Wat een mooi cadeau!!
Als iemand in het Hospice overlijdt wordt het tweede kleed wat zij maakten, waar een ‘levensweg’ op afgebeeld is, over het bed van de overledene uitgespreid. Op het kleed is o.a. ook de tekst verwerkt: ‘Ik droomde eens en zie ik liep aan het strand bij lage tij en zag mijn levensloop’. Het kleed met daarop de overvloed aan vlinders wordt gebruikt om over de kist van een overledene te leggen. En dat is voor nabestaanden en personeel altijd een aangrijpend emotioneel gebeuren. Soms willen mensen die in het Hospice verblijven voor hun overlijden zelf de kleden graag zien. Door de toelichting, uitleg die Aukje daarbij gaf vloeien al snel de tranen rijkelijk door emotie en ontroering.
De eerder genoemde Babette nam Aukje onder haar hoede van iemand die overleden was in het Hospice. In het Hospice mag iemand, die daar zo liefdevol wordt verzorgd, één huisdier meenemen. Uitgezonderd honden want die mogen alleen met bezoek mee komen. Sindsdien wordt dove Babetje al weer 8 jaar liefdevol verzorgd maar ook schromelijk verwend door haar nieuwe bazin. Zo heeft Madame Babet haar eigen quiltkleedje waar ze op ligt, ik bedoel maar.
In de Grote kerk te Alkmaar werd enige tijd geleden een landelijke expositie van quiltwerk gehouden. Een eervol gebeuren waar Aukje ook mocht exposeren met de beide “Hospice” kleden en het zo bijzondere kleed waarin pronkstukjes van haar moeder in verwerkt zijn. Haar kleden moesten wel op last van organisatie voor elk € 800,00 verzekerd worden. Het was een ervaring die zij niet snel zal vergeten. Quiltwerk gemaakt door een man bestaat misschien wel maar dan wel zeer sporadisch want er hing, lag of stond alleen werk van vrouwen.
Een ander hoogtepunt was de wereldquilttentoonstelling in het Franse Sainte Marie Aux Mines. Daar konden kunstenaars uit alle gaten en hoeken van de wereld hun meest bijzondere werken laten zien, vaak gemaakt van heel bijzondere prachtige stoffen. Een wáár walhalla voor de rechtgeaarde ‘quiltenaren’ en onze plaatselijke kunstenares heeft er dan ook met volle teugen van genoten
Aukje kan gelukkig alles nog prima zonder loep doen. En het quilten verveelt geen dag, nee nooit voor haar. Als er bij haar één of meerdere lichamelijke onderdelen om welke reden dan ook in de steek zouden laten, dan hoopt zij vurig dat met name haar handen het mogen volhouden. Die beide zijn voor Aukje zeer dierbaar en onontbeerlijk gereedschap omdat het handwerken zonder overdrijving haar lust en haar leven is.
Er valt nog veel meer te vertellen,maar ik moet mij houden aan de twee pagina’s die ik mag gebruiken in de Eén en Babet,de Black Beauty springt van mijn schoot kennelijk als signaal dat ik af moet ronden en moet inpakken en wegwezen. Gehoorzaam ga ik op huis aan met een kladblok en hoofd vol informatie en neem gepast afscheid met een welgemeende buiging voor Aukje de “Queen of Quilts”.
Rien Schelhaas